Thuislozen door AD

AD -

ARTIKEL: Roosen laat daklozen hun verhaal delen

ARTIKEL: Roosen laat daklozen hun verhaal delen

Door: Josselin Gordijn

Eenzaamheid en heimwee zijn de hoofd thema’s van de theaterproductie ‘Thuislozen’. Deze samenwerking tussen regisseur Thibaud Delpeut en theatermaker Adelheid Roosen schetst het verhaal over dak- en thuislozen.

‘‘Je voelt je mislukt. Iedere dag opnieuw wordt pijnlijk duidelijk dat je er niet bij hoort.’‘ Anne-Rose de Bruyn was vijf jaar geleden een korte tijd dakloos. Vervelende gebeurtenissen maakten dat ze steeds vaker naar de fles greep en zo langzaam afgleed. Nooit had ze verwacht echt op straat te belanden, maar het gebeurde toch. ‘‘Op dat moment weet je niet wat je overkomt’‘, zegt ze. ‘‘Dit was het dan, dacht ik alleen maar. Dit was mijn leven.’‘

Het gevoel dat voor De Bruyn centraal stond in deze periode, een gevoel van wanhoop en eenzaamheid, schetst ze vanuit haar eigen ervaring in de voorstelling ‘Thuislozen’. Via een hulptraject lukte het haar om op te krabbelen en inmiddels volgt ze zelf een leertraject om hulpverlener te worden. ‘‘Mijn leven krijgt weer vorm. Maar als ik op het toneel vertel over die periode, dan voelt het alsof ik daar weer ben. Alleen, niemand die je een blik waardig gunt. Alsof je geen mens meer bent.’‘

Tijdens hun research voor Thuislozen trokken theatermakers Adelheid Roosen en Thibaud Delpeut door Nederland om in elkaar speelstad in gesprek te gaan met lokale hulverleners, vrijwilligers en (voormalig) dak- en thuislozen. Roosen bemerkte algauw dat waar ze ook kwam, dezelfde boodschap centraal stond: je realiseert je als welgestelde burger niet wat het betekent om op straat te leven en voor de medemens niet meer lijkt te bestaan. ‘‘Ik geloof niet dat burgers een dakloze bewust negeren’‘, zegt Roosen. ‘‘Maar ik denk dat je , bij het zien van een dakloze herinnerd wordt aan een schaduwkant van jezelf waarmee je niets te maken wil hebben. En dus groet je de dakloze niet, kijkt ‘m niet aan. Het idee heerst dat het je eigen schuld is dat je dakloos wordt, maar zo werkt het niet.’‘

Foute keuzes
Fred Smit, die in ‘Thuislozen’ ook zijn eigen verhaal met het publiek deelt, kan dit beamen. Net als De Bruyn had hij zijn leven op de rit voor het mis ging. ‘‘Ik had een hogere managementfunctie en een grote auto voor de deur. maar een paar foute keuzes en een vervelende scheiding later ik alles kwijt.’‘ Eind 2010 kwam Smit op straat te staan. Hij had nog steeds werk, maar geen huis en sliep in caravans, boten of anti-kraak. Tot hij in de daklozenopvang terecht kwam. ‘‘In je hoofd ben je nog lange tijd die gewone zakenman die je was, maar je glijdt langzaam af. Deze voorstelling laat zien dat daklozen evengoed mensen zijn, met een gevoel en een verhaal.’‘

Aan regisseur Thibaud Delpeut de taak alle verhalen en gevoelens te vangen in de voorstelling, een tekst van de Zweedse toneelschrijver Lars Norén, gespeeld door een cast van veertien acteurs.

Prestatiemaatschappij
Voor hij met Roosen dit project begon, hield hij zich al jarenlang met dit onderwerp bezig. ‘‘We leven in een maatschappij waarin iedereen succesvol moet zijn. Maar zo’n systeem creëert vooral verliezers, want niet iedereen is daartoe in staat. Toch geldt: je draait mee in dit systeem of je ligt eruit. Er zit niks tussenin.’‘ Delpeut laat tijdens de voorstelling een deel van het publiek tussen de acteurs zitten. ‘‘Doordat het publiek zo dicht op de dakloze personages zit, gaan ze vanzelf nadenken over hun situatie.’‘ De voorstelling bestaat uit drie delen waarin het publiek steeds meer leert over de levens en de gevoelens van de personages. De uitdaging voor Delpeut zit ‘m in het neerzetten van het beeld dat in de maatschappij heerst van dak- en thuislozen. ‘‘We schetsen de verschillende wegen die een hulpverlener of dak- en thuisloze bewandelt. Het publiek zal zien dat 90 procent van dit verhaal overeenkomt met dat van henzelf.’‘ Volgens Delpeut delen we de hoofdgevoelens van heimwee en eenzaamheid allemaal. ‘‘Heimwee naar een moment of plek voordat er iets misging, eenzaamheid omdat je alleen lijkt te zijn in wat je voelt.’‘ De zin ‘Iemand die zo verdrietig is, zou niet alleen moeten zijn’ is volgens Delpeut de belangrijkst zin uit het stuk. En toch zijn er zoveel mensen verdrietig en alleen.’‘