Een soort Hades door Dagblad van het Noorden ★★★★

Dagblad van het Noorden ★★★★ -

Meedogenloze observaties

Marie wil dood. Welnee, zegt haar vader, dat wil je niet. Je moet niet van die rare dingen zeggen. Maar vader heeft zelf rare dingen gedaan. Vroeger. Met Marie.

Als je haar geloven mag. Je bent geneigd haar te geloven, ook al gezien de enge, schreeuwerige reacties van die man – een prachtige Hein van der Heijden – die ondoorgrondelijke kop, dat nette pak, die lange regenjas. Maar je weet het niet.

Een soort Hades van de Zweedse schrijver Lars Norèn (1944) speelt zich af in een psychiatrisch ziekenhuis. De bewoners van de Hades, het mythologische schimmenrijk van de oude Grieken, waren gedoemd tot in eeuwigheid rond te dwalen. Zo is het ook hier: een uitzichtloos bestaan, maar nu in een glazen huis, een gevangenis met glazen wanden en deuren. Je kijkt overal doorheen. Je ziet ook van alles tegelijk gebeuren. Je hoort elke zucht, elke klacht.

Thibaud Delpeut heeft de oorspronkelijke zeven uur stevig gesnoeid en teruggemonteerd tot een kleine
drieënhalf uur. Hij laat de verhalen van de verschillende personages over elkaar heen buitelen, in elkaar schuiven, steeds onthullender, steeds beklemmender. Van de nymfomane Jane die van zichzelf niets heel laat, de seropositieve biseksuele yup en glamourboy Ulf, de al maar door ratelende, hunkerende Julia en al die andere getraumatiseerde gevallen in dit troosteloze gekkenhuis.

Valt er nog wat te lachen in deze hel? Ja. Dank zij een bijna versteende, monumentale Titus Muizelaar en Peter Blok als dementerende maar toch nog cynische leraar klassieke talen, met zijn meedogenloze observaties. ‘We hebben allemaal iets nodig wat ons naar beneden haalt’ want ‘het is zo inspannend mens te zijn’. Inderdaad. Dat maakt het allemaal wat makkelijker. Want leuker kunnen we het, zo te zien, niet maken.